Abcoude,
27-03-2017
Geachte heer
Remarque,
Eind 2013 kreeg mijn boek Wat
is God, filosofen en schrijvers op zoek, van uw recensent, Gert Jan Peelen,
vier sterren en de kwalificatie één van
de drie beste boeken in 2014 op het gebied van religie. In diezelfde tijd
schreef Taede Smedes, recensent van het orthodox christelijke Nederlands Dagblad in dat blad een
recensie met de aankondiging:
Ton de Kok is atheïst…verbaast zich over de hardnekkigheid van het
verschijnsel godsdienst. Hij schreef er een persoonlijk getint boek over: Wat
is God?
Vervolgens
sabelde de orthodoxe theoloog T. Smedes het boek neer om zijn christelijke
achterban te waarschuwen voor dit vermeend atheïstische werk. Ik begreep wie
het had geschreven en voor welke achterban. Dus: geen probleem. Dat de recensie
begon met Ton de Kok is atheïst, vond
ik pijnlijk en deed me beseffen met welk vooroordeel een en ander geschreven
was, want evenmin als Spinoza ben ik atheïst. Met de kwalificatie van de
godsdienstsocioloog G.J. Peelen op zak was de recensie van T. Smedes voor mij
geen steen in het water. Vooral niet omdat de waardering van Vrij Nederland en
Trouw voor mijn boek gelijkwaardig was aan die van Peelen.
Maar vorige maand kwam mijn tweede boek uitWat is God, wetenschappers en kunstenaars op zoek. En tot mijn
starre verbazing zag ik dat ook mijn tweede boek door Smedes beoordeeld werd.
De redactie van Sir-Edmund, dus de Volkskrant, had de orthodox-christelijke
theoloog Smedes van het Nederlands
Dagblad ingehuurd om wederom een boek te beoordelen van de “atheïst Ton de
Kok”. Het verbaast mij zeer dat de Volkskrant boeken over religie laat
recenseren door een orthodox christen, wetende dat orthodox-christenen een
sterk afweermechanisme hebben ontwikkeld tegen alles en iedereen die het
persoonlijke godsconcept als irrationeel terzijde plaatst. Je kan van zo’n
recensent nauwelijks verwachten dat hij zijn historisch opgekropte ergernis
over het verwerpen van Gods Bijbelse Woord en het persoonlijke godsconcept (als ik dat al doe, trouwens) in zijn stukken
neutraliseert. Dat zou wel moeten? Nee, dat is te veel gevraagd. Bij vrijwel
iedere personage die ik in mijn boek in zijn bestaansworsteling schets, komt de
God van de orthodoxe christen onder de wielen van de rationaliteit. Ook Smedes
slaagde er duidelijk niet in zijn ergernis en verdriet daarover te maskeren. Het
laatste kwart van zijn stuk heeft hij
benut om aan de lezer zijn irritatie
te melden over het feit dat Ton de Kok duidelijk niet begrijpt “hoe ontwikkelde
geesten in een persoonlijke God kunnen geloven. (En…irritatie)…Vervolgens dat
geloof als ietwat achterlijk neerzetten wordt op den duur vermoeiend,” vindt Smedes. Hij laat de lezer zien dat hij zich als
gelovig christen persoonlijk voelt aangesproken in en door mijn boek, net zoals
trouwens door de inhoud van mijn eerste boek. Voor dat gevoel voert hij geen
redenen aan. Religieuze overgevoeligheid is bij orthodoxe en
fundamentalistische gelovigen een deel van hun mentale opperhuid.
Dan word ik beschuldigd van ‘fouten en slordigheden’. De vermeende
‘fouten’ ten aanzien van het godsconcept van Darwin, Van Gogh en Einstein
zouden niet als fout worden aangemerkt als de recensent enige notie had van het
denken van Spinoza. Juist dat denken gaf Einstein de ruimte om zich op het
standpunt te stellen dat God Natuur kenbaar
is en bewezen. Maar Smedes geeft de
lezer te denken dat ik suggereer dat Einstein het over de christelijke
God-de-Vader-in-de-hemel heeft, dus over een persoonlijke God. Quod non! De
anti-houding tegenover de inhoud van mijn boek wordt nog versterkt door Smedes’
‘afserveren’ van God Natuur van Spinoza. Hierin komt tot uiting de historische
antipathie van christenen voor de ‘atheïst’ Spinoza, een antipathie die ook tot
uiting kwam toen een aantal jaren geleden orthodoxe kringen Spinoza boycotten om
te worden opgenomen in de eindexamenstof Filosofie VWO[1].
Tot slot:
Over slordigheden gesproken[2].
Mijn laatste boek werd drie weken geleden “gesignaleerd” in de betreffende
rubriek. Daar was ik blij mee, maar er zat een storende fout in. De redacteur
van die rubriek (Smedes?) vond de brief die Darwin (in mijn boek) aan Emma had
geschreven heel mooi…Maar hij had niet opgemerkt, niet gelezen, dat ik
duidelijk had gezegd dat Darwin die brief had
moeten schrijven. Die brief kwam uit mijn pen. Niet zo’n probleem zou je
zeggen, maar een dag later kreeg ik een mailtje van Belgische wetenschappers
die met Darwin bezig waren, waar ze die brief konden krijgen. Ook het dagblad De Morgen had al melding gemaakt van een
‘nieuwe’ brief van Darwin. Allemaal wat slordig.
Maar het ergste moet nog komen, om in de woorden van Schopenhauer
te blijven. Toen ik zaterdag de krant opensloeg en de recensie zag van Smedes,
stond er naast de recensie een mooie foto van mijn boek, niet van het net
besproken boek maar dat van vier jaar
geleden !! Toen stond mijn boek afgebeeld met vier sterren, deze keer dan
met drie…Een mailtje van een vriend: Nu heeft je eerste boek al zeven sterren…Die
jongens van de Volkskrant vinden je boek duidelijk een kanjer! Het moet niet gekker
worden met die Volkskrant…
Goed,
hiermee heb ik mijn onvrede geuit en ben ondanks alles vrij van existentieel
verdriet…Maar ik wil u graag adviseren Smedes niet meer boeken over religie te
laten recenseren. Dat is humaner naar de schrijvers toe en ook minder belastend
voor Smedes’ ziel. Een orthodox christen is in zijn houding niet anders dan een
orthodoxe moslim. We moeten een salafistische imam ook geen recensie laten
schrijven over de Mohammed-biografie van Hans Jansen. Voor de mening van een
orthodoxe gelovige voor die van een ander, op het terrein van religie, is nu
eenmaal geen ruimte. Daarom noemen we hen orthodox.
Met
vriendelijke groet,
en
een prettige dag gewenst,
Ton
de Kok
Dr. Ton de Kok
Docent godsdienstfilosofie
Fons Vitae Lyceum
Tel: 0630517838
Email:
tondekok2@hetnet.nl
Geen opmerkingen:
Een reactie posten